Home

infiltracecapaciteit

Infiltracecapaciteit (ook wel infiltratiecapaciteit) is de maximale snelheid waarmee water vanuit het oppervlak de bodem kan binnendringen onder specifieke omgevingsomstandigheden. Het geeft de potentiële infiltreerbare snelheid weer, waarmee infiltrace onder ideale of betere omstandigheden kan plaatsvinden. Wanneer de valtende neerslagintensiteit hoger is dan deze capaciteit, treedt meestal oppervlaktesafvoer op en ontstaat runoff.

De factoren die de infiltratiecapaciteit bepalen zijn onder andere de bodenkiezel- en textuurkenmerken (geleid door porositeit

Infiltracecapaciteit verandert in de tijd: bij aanvang kan deze hoog zijn en na verloop van tijd afnemen

Metingen van infiltratiecapaciteit vinden plaats met infiltrace- of infiltermeettechnieken, bijvoorbeeld met een infiltrometer (dubbelring, enkelring) of

en
doorlatendheid),
bodemstructuur
en
-habitus,
vochttoestand
voorafgaand
aan
de
infiltrace,
organische
stofinhoud,
en
de
aanwezigheid
van
aardslagen
of
hard
crusts.
Ook
vegetatie,
landgebruik,
bodembegroting,
en
menselijke
verstoringen
zoals
bodembewerking
of
verdichting
hebben
invloed.
Temperatuur
en
crustvorming
kunnen
tijdelijk
de
capaciteit
verhogen
of
verlagen.
totdat
een
evenwicht
of
verzadiging
is
bereikt.
In
hydrologische
modellen
wordt
vaak
gesproken
over
een
initiële
infiltratiecapaciteit
(bij
aanvang)
en
een
asymptotische
of
stabiele
infiltracecapaciteit.
Voor
praktische
toepassingen
worden
modellen
als
Horton
en
Green–Ampt
gebruikt
om
de
afname
van
infiltratiecapaciteit
over
tijd
te
beschrijven.
veldproeven.
De
gemeten
capaciteit
wordt
gebruikt
in
toepassingen
zoals
stedelijke
drainageplanning,
landbouwirrigatie
en
bodembescherming
om
te
begrijpen
hoeveel
water
in
de
bodem
kan
infiltreren
versus
hoeveel
als
runoff
verloren
gaat.