voorafgaand

Voorafgaand is een bijvoeglijk naamwoord en deelwoord van het werkwoord gaan, gevormd met voor- en gaand. Het betekent in de kern 'dat eerder heeft plaatsgevonden' of 'dat voorafgaat'. Het wordt vooral gebruikt om naar iets te verwijzen dat zich bevindt vóór een referentiepunt, bijvoorbeeld een gebeurtenis, een verslag of een tijdstip.

In gebruik komt voorafgaand vaak voor in formele of geschreven taal. De uitdrukking voorafgaand aan wordt gebruikt om een antecedent aan te geven, zoals: "voorafgaand aan de vergadering" of "voorafgaand aan het examen." Het kan ook als bijvoeglijk naamwoord vóór een zelfstandig naamwoord staan, bijvoorbeeld "het voorafgaande hoofdstuk" of "de voorafgaande dagen."

Qua stijl wordt voorafgaand vaak gekozen in officiële, wetenschappelijke of journalistieke teksten. In dezelfde contexten is ook de verwante vorm voorgaand/voorgaande veelgebruikt; beide drukken hetzelfde idee uit maar kunnen in toon en voorkeur per tekst verschillen. Daarnaast is er een onderscheid met de adverbiale uitdrukking van tevoren, die dezelfde tijdsfunctie heeft maar niet dezelfde grammaticale vorm als voorafgaand.

Voorbeelden van zinsgebruik: "In het voorafgaande hoofdstuk wordt de theorie kort samengevat." "Voorafgaand aan het experiment werden de veiligheidsprotocollen gecontroleerd." "Tijdens de voorafgaande dagen regende het veel." Synoniemen en verwante termen zijn onder meer voorgaand/voorgaande en eerder, afhankelijk van de context en stijlregelgeving.

Zie ook: van tevoren, eerder.