vorm

Vorm is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat verwijst naar vorm, structuur of uiterlijk. Het kan slaan op de buitenkant van een voorwerp, de configuratie daarvan, of de vormgeving van iets wat wordt ontworpen. In het dagelijks taalgebruik is sprake van de vorm van een object (bijv. de vorm van een appel) en van wat het object heeft aan ontwerp of structuur. In kunst en design verwijst 'vormgeving' naar het proces van vorm geven aan producten en omgevingen, en 'kunstvorm' naar een specifieke manier van uitdrukking, zoals beeldende kunst of muziek. Daarnaast spreekt men over de literaire of theatrale vorm van een werk, waarmee de structuur, stijl en presentatie bedoeld worden.

In taal en linguïstiek heeft 'vorm' ook een technische betekenis: woordvorm verwijst naar de morfologische vorm van een woord; werkwoordsvorm of persoonsvorm geeft de vervoegde vorm aan. In de grammatica wordt vaak onderscheid gemaakt tussen inhoud en vorm, en tussen vorm en functie van zinsdelen.

In productie en ambacht kan vorm ook slaan op een mal of gietvorm die wordt gebruikt om materiaal te vormen of te gieten, zoals een gietvorm.

Etymologisch is vorm een Germanische stam die verwant is aan het Engelse 'form' en het Duitse 'Form'. Het is een van de basisbegrippen die in veel vakgebieden de relatie tussen uiterlijk, structuur en presentatie aanduiden.