tijdstip

Tijdstip is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat een specifiek punt in de tijd aanduidt: een bepaald moment waarop iets gebeurt of is vastgesteld. In tegenstelling tot tijd, dat vaak een duur of volgorde aangeeft, legt het woord tijdstip de nadruk op de precieze timing van een gebeurtenis.

Gebruikelijk is het gebruik in zowel alledaags taalgebruik als formele of administratieve contexten. Voorbeelden zijn 'het tijdstip van aankomst', 'het tijdstip waarop u wordt verwacht' en 'op hetzelfde tijdstip'. In juridische, administratieve en journalistieke teksten fungeert tijdstip vaak als aanduiding voor een vastgesteld moment, zoals 'het tijdstip van betaling' of 'het tijdstip van indienen'. Het woord kan ook verwijzen naar het moment waarop iets gebeurt of zal gebeuren, bijvoorbeeld in vragen als 'Op welk tijdstip gebeurt dit?'

Verschillen met verwante woorden worden in de uitvoering belangrijk. Tijdstip en tijdpunt verwijzen beide naar een exact moment, maar tijdpunt wordt soms gebruikelijker in contexten waarin een nauwkeurig kwantificeerbaar punt wordt bedoeld. Moment is algemener en kan minder precies of meer vluchtig aanvoelen, terwijl datum volgens kalender verwijst naar een dag zonder tijdcomponent. In technisch en digitaal taalgebruik wordt soms liever van tijdstempel of timestamp gesproken om een digitale aanduiding van een tijdpunt aan te geven.

Etymologisch is tijdstip samengesteld uit tijd en stip, waarbij stip een markering of punt aanduidt in de tijd. Het woord draagt daarmee de notie van een vast, gedefinieerd moment.