draagt

Draagt is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het werkwoord dragen in het Nederlands. Het heeft twee hoofdbetekenissen: het dragen van voorwerpen (keuze uit wat iemand bij zich heeft of meeneemt) en het dragen in de zin van het aan- of aandoen van kleding of accessoires. Daarnaast kan dragen ook figuurlijk worden gebruikt, bijvoorbeeld in uitdrukkingen als “draagt bij aan” (bijdragen aan iets).

Volledige vervoeging van dragen in de tegenwoordige tijd is: ik draag, jij draagt, hij/zij/het draagt, wij dragen, jullie dragen, zij dragen. In de derde persoon enkelvoud wordt dus altijd de t-vorm gebruikt. De verleden tijd van dragen is "droeg" (onregelmatig) en de voltooide tijd wordt gevormd met hebben en gedragen (bijv. heeft gedragen).

Gebruik in zinnen: “Zij draagt een rood jurkje.” (zij draagt kleding) en “De brug draagt het gewicht van het verkeer.” (het dragen van gewicht) Een veelgebruikt uitdrukking is “draagt bij aan” (bijdragen aan): “Het onderzoek draagt bij aan de discussie.” Het werkwoord is functioneel in zowel fysieke als semantische zin, en is veelvoorkomend in alledaagse en formele taal.

Etymologie en verwante termen: dragen komt uit het Oudnederlandse dragen en is verwant aan het Duitse tragen en aan het Engelse bear, beide etymologisch afgeleid van een gemeenschappelijke Proto-Germaanse wortel die “dragen” of “ dragen van lasten” aanduidt. De betekenis verschuift daardoor tussen fysiek dragen en dragen als metafoor voor bezit, verantwoordelijkheden of contributie.