Home

onregelmatig

Onregelmatig is een Nederlands woord dat verwijst naar iets dat afwijkt van een vaste regel, patroon of verwachting. Het kan slaan op voorwerpen, gebeurtenissen of gedragingen die niet volgens de gebruikelijke orde verlopen, en draagt vaak de connotatie van onvoorspelbaarheid of inconsistentie. Het woord is afgeleid van voorvoegsel on- (niet) en regelmatig (volgens regel).

In de taalkunde wordt onregelmatig vooral gebruikt voor werkwoorden waarvan de vervoeging niet volgens een regelmatige

Onregelmatigheid komt ook voor buiten taalkunde: bijvoorbeeld in het dagelijks taalgebruik kan men spreken van onregelmatige

patroon
verloopt.
Voorbeelden
zijn
zijn,
hebben,
kunnen,
gaan
en
zien.
Deze
werkwoorden
kennen
stamveranderingen
of
andere
afwijkingen
in
de
verleden
tijd
en/of
het
voltooid
deelwoord.
Bijvoorbeeld:
zijn
–
ik
ben,
jij
bent,
hij
is;
verleden
tijd
was;
deelwoord
geweest.
hebben
–
ik
heb,
jij
hebt,
hij
heeft;
verleden
tijd
had;
deelwoord
gehad.
gaan
–
ik
ga,
jij
gaat,
hij
gaat;
verleden
tijd
ging;
deelwoord
gegaan.
zien
–
ik
zie,
jij
ziet,
hij
ziet;
verleden
tijd
zag;
deelwoord
gezien.
Sommige
overige
werkwoorden
zoals
krijgen
vertonen
eveneens
irregulariteit
(krijgen
–
ik
krijg,
kreeg;
deelwoord
gekregen).
werktijden,
een
onregelmatig
dienstrooster
of
een
onregelmatige
hartslag.
In
bredere
zin
duidt
onregelmatig
op
iets
dat
buiten
de
normale
structuur
of
regelmaat
valt
en
daardoor
soms
als
ongebruikelijk
of
grillig
wordt
ervaren.