fysiek

Fysiek is een term in het Nederlands die op twee manieren gebruikt wordt. Als bijvoeglijk naamwoord verwijst het naar wat met het lichaam te maken heeft, of naar de lichamelijke toestand en eigenschappen van levende wezens en voorwerpen. In die brede betekenis verschijnt het in zinnen als “fysieke conditie”, “fysieke eigenschappen” en “fysieke wereld”. Het woord kan ook als zelfstandig naamwoord gebruikt worden in informele taal, vaak in combinatie met contextuele uitleg, bijvoorbeeld om te verwijzen naar iemands fysieke verschijning of toestand.

Wat etymologie betreft, is fysiek ontleend aan oudere termen die teruggaan op het woordelijke idee van natuur en lichaamsbouw. Het Nederlandse woord is verwant aan franse en Engelse woorden als “physique” en “physical” en komt via Latijnse en Franse wortels die uiteindelijk teruggaan op het Griekse physis, wat zoiets als natuur of wezen bedoelde.

Het gebruik van fysiek is wijdverspreid en komt voor in verschillende vakgebieden en contexten. In de gezondheidszorg en sport verwijst men vaak naar fysieke conditie, kracht, mobiliteit en uithoudingsvermogen. In de biologie en natuurwetenschappen kan het betrekking hebben op de tastbare eigenschappen van materie en organismen. In het dagelijkse taalgebruik werd en wordt het ook gebruikt om onderscheid te maken tussen wat lichamelijk is en wat mentaal of sociaal van aard. Typische verwante termen zijn lichamelijk, fysiek karakter, en fysieke kenmerken; in sommige contexten kan het synoniem zijn aan lichamelijk, maar de nuance ligt vaak in de focus op het lichaam of op fysieke eigenschappen in bredere zin.