Home

vragen

Vragen is een Nederlands woord met twee hoofdfuncties: als zelfstandig naamwoord in het meervoud betekent het "vragen" of eerder de verzameling vragen die gesteld kan worden; als werkwoord betekent het "to ask" of "een verzoek doen." Het zelfstandig naamwoord wordt gebruikt in onder meer enquêtes, toetsen en dagelijkse gesprekken, waar men spreekt over “de vragen” die beantwoord moeten worden. Het werkwoord is transitief en vereist vaak een direct object, zoals een vraag of informatie.

Etymologisch komt het woord “vraag” uit het Middelnederlands en is het verwant aan het Duitse „Frage“ en

Grammaticaal gezien is het werkwoord vragen regelmatig in de tegenwoordige tijd: ik vraag, jij vraagt, hij/zij

In gebruik verschijnt vragen in uiteenlopende contexten: “een vraag stellen,” “Open vragen” versus “gesloten vragen” in

het
Engelse
archaïsche
„frage“.
Ze
delen
een
Proto-Germaanse
wortel
die
gerelateerd
is
aan
het
zoeken
of
vragen.
Daardoor
bestaan
moderne
vormen
in
meerdere
Germaanse
talen,
met
dezelfde
basisbetekenis.
vraagt,
wij
vragen,
jullie
vragen,
zij
vragen.
De
verleden
tijd
is
onregelmatig
in
de
stam:
ik
vroeg,
jij
vroeg,
hij
vroeg;
het
voltooid
deelwoord
is
gevraagd,
gebruikt
met
hebben
(bijvoorbeeld
“Ik
heb
hem
gevraagd”).
De
imperatief
luidt
bijvoorbeeld
“Vraag!”
of,
formeel,
“Vraag
u?”
onderzoek,
en
“onderzoeksvraag”
als
de
centrale
probleemstelling.
Bij
informele
communicatie
kan
men
zeggen
“Mag
ik
een
vraag
stellen?”
of
“Wat
is
jouw
vraag?”
Daarnaast
komen
samenstellingen
voor
zoals
“vraagstuk”
(een
probleem
of
kwestie)
en
“vragenlijst”
(een
verzameling
vragen).