plaatsvinden

Plaatsvinden is een Nederlands werkwoord met de betekenis 'plaats hebben', 'gebeuren' of 'worden gehouden'. Het geeft aan dat een gebeurtenis of activiteit optreedt op een bepaald moment, vaak in de context van een geplande bijeenkomst of gebeurtenis. Het is een intransitief samengesteld werkwoord en wordt meestal gebruikt met tijdsaanduidingen als morgen, volgende week, of volgend jaar, meestal in de actieve stem met het onderwerp van de zin.

Vormen en gebruik

De tegenwoordige tijd: het congres vindt plaats; de vergadering vindt morgen plaats. De verleden tijd (onvoltooid): de conferentie vond plaats. De voltooide tijd: het evenement heeft plaatsgevonden. In het veelgebruikte passieve of voltooide combinatie geldt doorgaans het hulpwerkwoord hebben: 'het evenement heeft plaatsgevonden'. Plaatsvinden kan ook gecombineerd worden met een locatie in dezelfde zin, bijvoorbeeld: 'Het congres vindt plaats in Amsterdam.'

Betekenisnuances en context

Plaatsvinden wordt vooral gebruikt voor officiële, formele of georganiseerde gebeurtenissen zoals conferenties, congressen, wedstrijden, ceremonies of procedures. Het is meestal nieuwerwets en neutraal van toon en verschilt van synoniemen als gebeuren, plaatsvinden of plaatsvinden op een meer algemeen niveau. Het onderscheid ligt vaak in de mate van formele of geplande aard van de gebeurtenis: plaatsvinden benadrukt dat iets op een bepaalde tijd en plaats daadwerkelijk optreedt.