Home

gedragscorrectie

Gedragscorrectie is een verzamelnaam voor methoden en strategieën die erop gericht zijn ongewenst gedrag te verminderen en gewenst gedrag te vergroten. Het wordt toegepast in opvoeding, onderwijs, zorg en arbeidsorganisaties en kan zowel individueel als in groepen plaatsvinden. Doel is het bevorderen van adaptief gedrag, terwijl risico’s en overlast voor anderen beperkt blijven.

De aanpak is doorgaans gebaseerd op gedragsanalytische principes. Een veelgebruikt raamwerk is het ABC-model: antecedenten (situaties

Belangrijke technieken zijn onder meer:

- Positieve bekrachtiging: beloont gewenst gedrag zodat het vaker optreedt.

- Negatieve bekrachtiging: een onaangename prikkel wordt gewegnomen wanneer gewenst gedrag vertoond wordt.

- Straf: het toevoegen van onaangename gevolgen of wegnemen van beloningen bij ongewenst gedrag, meestal met terughoudend

- Time-out: tijdelijk verwijderen uit een prikkelrijke situatie.

- Token-economie: tokens verdienen voor gewenst gedrag en ruilen voor privileges.

- Modelleren en shaping: nieuw gedrag aanleren door demonstratie en geleidelijke uitbreiding.

Effectiviteit en beperkingen: studies tonen dat gedragscorrectie in veel contexten effectief kan zijn, vooral wanneer interventies

Ethiek en ontwikkelingen: moderne benaderingen benadrukken respectvolle, proportionele en transparante interventies. Positieve gedragsondersteuning en function-based interventies

die
het
gedrag
uitlokken),
het
gedrag
zelf
en
de
consequenties
(wat
volgt
op
het
gedrag).
Door
antecedenten
te
sturen,
of
door
consequente
bekrachtiging
of
straffen,
kan
het
gedrag
beïnvloed
worden.
Veel
interventies
richten
zich
op
het
vergroten
van
voorspelbaarheid
en
positieve
bekrachtiging,
en
op
het
verminderen
van
prikkels
die
ongewenst
gedrag
uitlokken.
gebruik.
op
de
specifieke
oorzaken
van
het
gedrag
zijn
afgestemd
en
uitgevoerd
met
consistentie.
De
resultaten
variëren
per
individu
en
situatie.
Er
is
kans
op
terugval
of
overreliance
op
externe
bekrachtiging,
en
aandacht
voor
welzijn,
autonomie
en
ethiek
blijft
cruciaal.
worden
steeds
vaker
toegepast,
gericht
op
het
achterhalen
van
de
functie
van
het
gedrag
en
het
voorkomen
ervan.