Home

huisstofmijtallergenen

Huisstofmijtallergenen zijn eiwitten afkomstig van huisstofmijten die in binnenluchtdeeltjes voorkomen en bij sommige mensen allergische reacties kunnen veroorzaken. In gematigde klimaten zijn de huisstofmijtsoorten Dermatophagoides pteronyssinus en Dermatophagoides farinae de belangrijkste bronnen. Mijten geven zich vooral voort en produceren allergenen in warme, vochtige omgevingen zoals slaapkamers en beddengoed. Ze leven in textiel, matrassen, meubels en tapijt.

De allergenen bevinden zich voornamelijk in uitwerpselen en lichaamsdelen van de mijt; besmet materiaal blijft lang

Bij blootstelling kunnen symptomen optreden zoals jeukende ogen, loopneus, niezen en congestie (nasale klachten) of een

Diagnose gebeurt meestal met een huidpriktest of bloedonderzoek naar specifieke IgE-antistoffen tegen huisstofmijtallergenen. Component-resolved diagnostics kunnen

Behandeling richt zich op het verlagen van blootstelling en symptomatische medicatie. Adviezen zijn onder meer het

allergisch
actief.
De
belangrijkste
huisstofmijtallergenen
zijn
Der
p
1
en
Der
f
1
(cysteïneproteasen)
en
Der
p
2
(een
lipidebindend
eiwit).
Gezamenlijk
kunnen
deze
proteïnen
via
inhalatie
in
de
lucht
komen
en
bij
sensitisatie
een
rol
spelen
bij
klachten.
astma-aanval
bij
gevoelige
personen.
Allergie
voor
huisstofmijt
is
een
veel
voorkomende
oorzaak
van
allergische
rhinitis
en
astma,
met
variatie
tussen
individuen
en
leeftijden.
bepaalde
allergen-eiwitten
onderscheiden,
wat
de
diagnose
kan
verduidelijken
en
behandeling
kan
helpen
richten.
verlagen
van
de
relatieve
luchtvochtigheid
tot
circa
40–50%,
regelmatige
wasbeurten
van
beddengoed
op
60°C,
het
gebruik
van
anti-allergiehoezen
voor
matras
en
kussen,
en
regelmatig
stofzuigen
met
een
HEPA-filter.
Verwijdering
van
tapijt
en
textiel
oppervlakken
kan
ook
helpen.
Medicatie
zoals
antihistaminica,
intranasale
corticosteroïden
en
astmamedicatie
kan
nodig
zijn,
en
in
sommige
gevallen
kan
immunotherapie
(allergie-immunisatie)
overwogen
worden.