Diergeneesmiddelen

Een diergeneesmiddel is een medicijn bestemd voor dieren met als doel ziekten te voorkomen, te behandelen of de gezondheid van de dieren te bevorderen. Diergeneesmiddelen kunnen ook bijdragen aan de volksgezondheid door de overdracht van ziekteverwekkers van dieren naar mensen te verminderen. Ze omvatten vaccins, antiparasitica, antibiotica, ontstekingsremmers en andere geneesmiddelen, en worden toegediend via verschillende toedieningswijzen.

De ontwikkeling, registratie, productie en distributie van diergeneesmiddelen valt onder strikte regelgeving. In de Europese Unie worden diergeneesmiddelen gereguleerd door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en de nationale autoriteiten; elk product vereist marketingautorisatie op basis van veiligheid, werkzaamheid en kwaliteit. Er bestaan regels voor etikettering, houdbaarheid, opslag en maximale residuniveaus in voedselproducten. Medicijnen worden gemonitord op bijwerkingen via farmacovigilantie.

Diergeneesmiddelen worden gebruikt bij verschillende diersoorten, waaronder landbouwhuisdieren, gezelschapsdieren, paarden en vis in de aquacultuur. Voorbeelden zijn antibiotica, antiparasitica (endoparasieten en ectoparasieten), vaccins, ontstekingsremmers en pijnstillers, evenals topische en injecteerbare behandelingen. Toedieningsvormen variëren van orale tabletten en drankoplossingen tot injecties, zalven en intramammiaire toepassingen. Sommige producten worden aan voer of drinkwater toegevoegd als additieven. In de EU is routinematig gebruik van antibiotica voor groeibevorderende doeleinden verboden en vereist behandeling onder veterinaire supervisie.

Veilig gebruik van diergeneesmiddelen vereist meestal een dierenartsbehandeling; veel producten zijn receptplichtig. Dosering moet worden afgestemd op soort, gewicht, leeftijd en de aandoening. Wachttijden gelden voor producten die residuen kunnen achterlaten in vlees, melk of eieren. Bewaring, correcte verpakking en afvalverwerking zijn belangrijk, evenals meldingsplicht van ernstige bijwerkingen of onbedoelde effecten.

Naast diergezondheid dragen diergeneesmiddelen bij aan voedselveiligheid, volksgezondheid en dierwelzijn. Het juiste en doelmatige gebruik vermindert ziekte, weerstand en milieubelasting. Regelgeving en toezicht blijven evolueren met aandacht voor resistentie, dierenwelzijn en duurzame landbouw.