Home

Contrastreacties

Contrastreacties zijn nadelige reacties die kunnen ontstaan bij het gebruik van radiologisch contrastmiddel tijdens beeldvormende onderzoeken zoals CT- of MRI-scans. Ze variëren van mild tot levensbedreigend en kunnen optreden direct bij toediening of later. Over het algemeen worden reacties onderverdeeld in onmiddellijke reacties (binnen enkele minuten tot een uur) en vertraagde reacties (uren tot dagen na toediening).

De gebruikte contrastmiddelen verschillen qua samenstelling en risico. Iodinated contrast media worden veel toegepast bij CT

Risicofactoren voor contrastreacties zijn onder meer een voorgeschiedenis van reacties op contrastmiddelen, astma of atopie, hoge

Behandeling en preventie richten zich op tijdige herkenning en maatregelen bij een reactie: stoppen van het

en
angiografie,
terwijl
gadoliniumhoudende
contrastmiddelen
worden
gebruikt
bij
MRI.
Bij
onmiddellijke
reacties
komen
vaak
symptomen
voor
als
misselijkheid,
duizeligheid,
opvliegend
gevoel,
warmtegevoel,
urticaria,
jeuk
en
in
sommige
gevallen
bronchospasme
of
hypotensie.
Ernstige
reacties
zoals
anafylactische
shock
of
ernstig
longoedeem
vereisen
onmiddellijke
behandeling.
Vertraagde
reacties
zijn
vaker
huiduitslag
of
milde
pruritus
en
ontstaan
meestal
binnen
uren
tot
dagen
na
toediening.
doseringen
en
snelle
infusie,
en
mogelijke
nierproblematiek
die
het
risico
op
contrast-gerelateerde
complicaties
kan
vergroten.
Het
risico
op
nefrotoxische
nieraandoeningen
is
vooral
relevant
voor
iodinated
contrastmedia,
terwijl
bij
gadolinium
de
zeldzamere
maar
ernstigere
kans
op
nefrogene
systeemfibrose
(
NSF)
geldt
bij
ernstige
nierinsufficiëntie;
nieuwere
macrocyclische
gadoliniumverbindingen
hebben
doorgaans
een
lager
risico.
contrast,
toegankelijke
resuscitatieapparatuur,
en
behandeling
van
milde
symptomen
met
antihistaminica;
bij
een
anafylactische
reactie
is
onmiddellijke
toediening
van
adrenaline
en
ondersteuning
van
de
luchtweg
essentieel.
Preventie
omvat
premedicatie
bij
hoog
risico,
gebruik
van
zo
laag
mogelijke
dosis
en
voorkeur
voor
iso-
of
laag-osmolair
contrast
media,
hydratatie
ter
vermindering
van
nierbeschadiging
en
het
beoordelen
van
de
nierfunctie
voorafgaand
aan
het
gebruik
van
gadolinium.