luchtweg

De luchtweg is het geheel van paden waardoor lucht van de buitenwereld naar de longen stroomt. In de medische context spreekt men vaak van de ademweg. De luchtweg omvat zowel de bovenste als de onderste luchtwegen en voert lucht naar de gaswisseling in de longen, terwijl hij lucht verwarmt, bevochtigt en filtert.

De bovenste luchtwegen bestaan uit de neus en neusholte, de mondholte en keelholte (farynx) en het strottenhoofd (larynx). De onderste luchtwegen bestaan uit de trachea (luchtpijp), de hoofdbronchiën en hun vertakkingen tot in de bronchiolen, en eindigen in de alveolaire delen waar gaswisseling plaatsvindt.

Functies: De luchtweg voert lucht naar de longen, verwarmt en bevochtigt deze en filtert deeltjes via slijm en trilhaartjes (cilia). Het mucociliaire systeem beweegt slijm met ingesloten deeltjes naar de keel zodat ze kunnen worden ingeslikt of uitgehoest. De bronchiën kunnen vernauwen of verwijden onder invloed van glad spierweefsel, wat de ademarbeid beïnvloedt.

Ziekten en aandoeningen: verstopping of ontsteking van de luchtweg kan ademnood veroorzaken. Astma en COPD zijn chronische aandoeningen die de bronchiën aantasten; infecties zoals bronchitis of longontsteking treffen meestal de lagere luchtwegen; het inademen van een vreemd voorwerp kan acuut de doorgang blokkeren en vereist spoed.

Terminologie en belang: de term luchtweg verwijst naar het hele ademwegstelsel en wordt vaak opgesplitst in bovenste en onderste luchtwegen, afhankelijk van locatie en aandoeningen. Het behoud van een gezonde luchtweg is essentieel voor effectieve ademhaling en gaswisseling.