opgesplitst

Opgesplitst is een voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord opsplitsen. Het betekent dat iets is verdeeld in afzonderlijke delen, secties of eenheden. Het woord wordt zowel in informele als formele context gebruikt, en kan fungeren als bijvoeglijk naamwoord of in een passieve constructie.

De etymologie ligt in de samenstelling van op- (een richting of proces aanduidend prefix) met splitsen, het werkwoord voor delen of scheiden. Het resultaat is een toestand waarin de oorspronkelijke geheel is opgeknipt in meerdere onderdelen. Voorbeelden zijn: “De taart is opgesplitst in zes gelijke stukken” en “Het bedrijf is opgesplitst in drie dochterondernemingen.”

Grammaticaal kan opgesplitst als voltooid deelwoord met zijn/ zijn-constructies worden vervoegd in de voltooide tijd: “Het dossier is opgesplitst.” Het kan ook als bijvoeglijk naamwoord voorkomen: “een opgesplitst bestand” of “een opgesplitst project”, waaruit de verdeling in duidelijke delen blijkt.

In specifieke contexten zoals informatica, data-analyse en projectbeheer wordt het gebruikelijk om te spreken van opgesplitste datasets, opgesplitste databases of opgesplitste bestanden, wat duidt op partitionering of segmentatie. Het woord benadrukt doorgaans een duidelijk gescheiden structuur in meerdere delen in tegenstelling tot een enkel, ongesplitst geheel.

Zie ook: opsplitsing, splitsen, gesplitst.