voeding

Voeding is het geheel van voedingsmiddelen en nutriënten die mensen en andere levende wezens nodig hebben voor energie, groei, onderhoud en herstel. In de voedingswetenschap wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen voeding (het eet- en drinkpatroon) en voedingsstoffen (de bouw- en brandstoffen in voedsel). Voeding levert energie uit koolhydraten, vetten en eiwitten en voorziet in vitaminen, mineralen en water, met daarnaast vezels en andere micronutriënten. De energie-inhoud van voedsel wordt uitgedrukt in kilojoules (kJ) of kilocalorieën (kcal); 1 kcal komt overeen met ongeveer 4,184 kJ.

Macronutriënten leveren de meeste energie: koolhydraten, eiwitten en vetten. Vetten leveren per gram de meeste energie, eiwitten leveren bouwstenen voor weefsels en enzymen, en koolhydraten leveren snelle en langdurige energie. Vezels bevorderen de darmwerking en een verzadigd gevoel. Daarnaast zijn water en micronutriënten zoals vitaminen en mineralen noodzakelijk voor vele lichaamsprocessen. Een uitgebalanceerde voeding bevat variatie in groenten en fruit, volkorenproducten, peulvruchten, magere eiwitbronnen en gezonde vetten, en voldoende water.

Richtlijnen voor voeding variëren per land, maar veel systemen gebruiken een model zoals de Schijf van Vijf of een voedingsdriehoek die variatie, matiging en portiegrootte benadrukken. Doelen zijn onder meer voldoende inname van groenten en fruit, vezels, vitaminen en mineralen, en het beperken van verzadigde vetten, toegevoegde suikers en zout. Een gezonde voeding draagt bij aan het voorkomen van chronische ziekten en bevordert een gezonde groei en ontwikkeling.

Voeding is ook een maatschappelijke kwestie: beschikbaarheid, cultuur, voorkeuren en economische factoren beïnvloeden wat mensen eten. Voeding en voedselveiligheid zijn onderwerpen in volksgezondheid en voedingsepidemiologie, met aandacht voor preventie, educatie en beleid gericht op verbetering van de algemene gezondheid en de duurzaamheid van voedselsystemen.