vermeedden

Vermeedden is de verleden tijdsvorm van het Nederlandse werkwoord vermijden, wat betekent: iets niet doen uit voorzorg of angst voor negatieve gevolgen. Vermeedden wordt gebruikt met meervoudige onderwerpen zoals wij, jullie en zij om aan te geven dat iemand of iets in het verleden werd vermeden.

Etymologie en betekenisgebied: vermijden is opgebouwd uit het voorvoegsel ver- plus mijden (mijden), wat ‘vermieden’ of ‘ontwijken’ betekent. Het geheel komt uit het Middelnederlandse mijden en verwante Germaanse wortels. De vorm vermeedden is de eenvoudige verleden tijd voor meervoudige subjecten; de enkelvoudige verleden tijd heeft andere vormen die in gebruik verschillen per persoon.

Grammatica en gebruik: vermeedden is een formele tot neutrale vorm die vooral in verhaal- of rapportagecontexten voorkomt, waar men aangeeft dat mensen of groepen in het verleden een bepaalde handeling of situatie hebben vermeden. De tegenovergestelde toestand wordt uitgedrukt met het infinitief vermijden en de verleden tijdsvormen daarvan variëren afhankelijk van persoon en getal. De voltooid verleden tijd van vermijden is vermeden.

Voorbeelden en nuances: zij vermeedden de confrontatie; wij vermeedden het onderwerp dat tot conflict kon leiden. In veel spreektaal kan men in plaats daarvan ook explicieter zijn, bijvoorbeeld “zij probeerden de confrontatie te vermijden” in plaats van de verleden tijdsvorm vermeedden.

Zie ook: vermijden, vermijding, mijden. Vermeedden vormt een deel van de Nederlandse stamvervoeging rondom het werkwoord vermijden en is een standaard maar iets formeler alternatief voor uitdrukkingen met ontwijken in de verleden tijd.