trombosegevallen
Trombosegevallen verwijzen naar gevallen van trombose, de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat waardoor de bloedstroom kan worden belemmerd. Trombose kan voorkomen in aderen (veneuze trombose) of in slagaderen (arteriële trombose). De meest voorkomende klinische vormen zijn diepe veneuze trombose (DVT) en longembolie (een stolsel dat de longslagader blokkeert). Een DVT kan leiden tot een longembolie als het stolsel loskomt en naar de longen reist.
Oorzaken en risicofactoren: de kans op trombose neemt toe bij immobiliteit, recente chirurgie of trauma, kanker,
Symptomen en diagnostiek: DVT presenteert zich vaak met pijn, zwelling en gevoeligheid in het aangetaste been;
Behandeling en preventie: anticoagulantia (bijv. DOACs of heparine gevolgd door orale anticoagulantia) zijn de hoofdbehandeling. In
Epidemiologie en surveillance: trombosegevallen worden gevolgd in nationale systemen met gestandaardiseerde definities; het daadwerkelijke aantal kan