farmacologische

Farmacologie is de tak van de biomedische wetenschappen die zich bezighoudt met geneesmiddelen en hun interactie met levende systemen. De bijvoeglijke vorm farmacologische verwijst naar zaken die met farmacologie te maken hebben, zoals farmacologische effecten of farmacologische eigenschappen.

De farmacologie bestudeert hoe geneesmiddelen werken en hoe hun effecten tot stand komen (farmacodynamiek), evenals hoe geneesmiddelen in het lichaam terechtkomen, verdeeld worden, gemetaboliseerd en uitgescheiden (farmacokinetiek). Het onderzoekt receptorbinding, signaalroutes en andere doelwitmoleculen, en hoe deze factoren leiden tot klinische effecten zoals pijnstilling, ontstekingsremming of bijwerkingen. Daarnaast gaat farmacologie over dosering, therapeutische index, veiligheid en het risico op interacties met andere middelen of voedsel.

Het vakgebied omvat diverse subdisciplines, waaronder klinische farmacologie, preklinische farmacologie, toxicologie en farmacogenomica. Farmacologie speelt een centrale rol in geneesmiddelontwikkeling en -evaluatie, van ontdekkingsfasen en preklinische tests tot klinische proeven en post-marketing bewaking. Het levert inzichten die gebruikt worden bij doseringsaanbevelingen, medicijnkeuzes en beleid rondom geneesmiddelen.

Methoden in de farmacologie variëren van in vitro en in vivo studies tot menselijke klinische onderzoeken en computermodellering. Resultaten worden toegepast op farmacotherapie, geneesmiddeladvies en de evaluatie van risico’s en baten voor patiënten. De term is afgeleid van het Griekse pharmakon (geneesmiddel, stof) en logos (leer).