Home

loessbodems

Loessbodems zijn bodems die zich hebben ontwikkeld uit loess, een windafzetting van fijnkorrelig silt. Loess komt op uitgebreide vlakten voor en vormt vaak dikke onderlagen. De bodemkleur is meestal geel tot geelbruin, en de structuur is over het algemeen kruimelig en goed te bewerken. Loessbodems verschillen door hun mainly siltige textuur en een relatief hoog calciumcarbonaatgehalte, wat invloed heeft op de pH en de bodemvorming.

De ontwikkeling van loessbodems vindt plaats nadat het loess is afgezet. Door pedogenetische processen ontstaan A-horizons

Fysisch en chemisch kenmerken: loessbodems bestaan voornamelijk uit siltdeeltjes, waardoor ze een losse maar stevige structuur

Toepassing en beheer: loessbodems zijn historisch gezien vruchtbaar en geschikt voor landbouw, mits erosie wordt voorkomen

met
organische
stof,
gevolgd
door
illuvial-
en
accumulatieprocessen
die
leiden
tot
calcic
of
andere
horizonvorming.
Op
plaatsen
waar
calciumcarbonaat
uitgroeit,
kan
zich
een
calcic
horizon
(Bk)
vormen;
in
sommige
regio’s
kan
zelfs
een
geprononceerde
cementatie
voorkomen.
De
aanwezigheid
van
kalkhoudend
loess
geeft
de
bodems
vaak
een
neutrale
tot
licht
basische
pH.
hebben
en
over
het
algemeen
goed
draineren.
Ze
hebben
een
redelijke
tot
hoge
opslagcapaciteit
voor
water,
maar
lager
dan
kleibodems.
Door
de
textuur
zijn
ze
gevoelig
voor
erosie
wanneer
ze
open
en
ongevestigd
blijven.
Chemisch
gezien
kennen
ze
vaak
een
relatief
hoge
cation-uitwisseling
(CEC)
en
een
zekere
calcium-
en
magnesiumrijke
samenstelling,
wat
bijdraagt
aan
hun
vruchtbaarheid.
en
pH-
en
voedingsstoffenbeheer
gebeurt
(kalk,
duurzame
bemesting,
gewasbescherming).
In
veel
regio’s
zijn
ze
kwetsbaar
voor
wind-
en
watererosie
bij
ontbloting.
Loessbodems
komen
voor
in
diverse
delen
van
Europa,
Azië
en
Noord-Amerika
en
spelen
een
belangrijke
rol
in
regionale
landbouw-
en
landgebruikskeuzes.