geschikt

Geschikt is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat betekent passend, geschikt of adequaat voor een doel of situatie. Het geeft aan dat iets voldoet aan de vereisten, omstandigheden of verwachtingen. Geschikt wordt vaak gebruikt in combinatie met voorcomposties zoals geschikt voor, geschikt om te, of geschikt als.

Etymologie en verwante termen: het woord is ontstaan uit het werkwoord schikken, met de voorvoegsel ge- als forming element voor het bijvoeglijk naamwoord. Het doel is iets tot een passende toestand brengen of maken, hoewel de exacte sprekende geschiedenis in oudere bronnen varieert. Het zelfstandig naamwoord is geschiktheid, en tegenhangers zijn onder meer geschikt en ongeschikt.

Gebruik en triviale voorbeelden: behoorlijke toepassing van geschiktheid verschijnt in zowel alledaagse als formele taal. Voorbeelden: Dit gereedschap is geschikt voor zware klussen. Is dit materiaal geschikt voor buitengebruik? De kandidaat is niet geschikt voor deze functie. In formele of juridische contexten kan men spreken van de geschiktheid van een plan of voorstel.

Synoniemen en nuance: mogelijke synoniemen zijn passend en geschikt, afhankelijk van de context. Geschikt heeft vaak een duidelijk positief oordeel over de acceptatie of bruikbaarheid, terwijl ongeschikt het tegenovergestelde aangeeft. In technische en professionele taal kan geschiktheid ook verwijzen naar parameters, vereisten of normen waaraan voldaan moet worden.