draineren

Draineren is het proces waarbij overtollig vocht uit een ruimte, weefsel of bodem wordt verwijderd met behulp van een drainagesysteem. Het doel is ophoping van vloeistoffen te voorkomen, druk te verlagen en genezing of stabiliteit te bevorderen.

Medische drainage wordt toegepast bij wonden, abcessen en lichaamskaviteiten waar vocht, pus of bloed zich kan ophopen. Drains kunnen passief zijn, waarbij de vloeistof door zwaartekracht of capillaire werking afvloeit, of actief, met een vacuümpomp of zuigsysteem. Voorbeelden zijn drainkatheters en buisdrains. Plaatsing vindt plaats door een zorgverlener onder sterile omstandigheden. Nazorg omvat het controleren van afvoervolumes, signalen van infectie of verstopping en tijdige verwijdering wanneer genezing vordert.

In civiele techniek, landbouw en waterhuishouding verwijst draineren naar het afvoeren van grondwater en overtollig water uit de bodem. Doel is wateroverlast voorkomen, de draagkracht van de bodem en de bouwte van constructies behouden, en optimale groeicondities voor gewassen te bieden. Systemen bestaan uit geperforeerde buizen die in een grind- of zandpakket liggen en zijn aangesloten op een afvoer of pomp. Deze pijpdrainage kan worden aangevuld met filtermateriaal en een buitenliggende afdeklaag. Soms wordt drainage toegepast via drainagelijnen of drainagevelden. De capaciteit wordt bepaald door de bodemdoorlatendheid, het gewenste afvoerdebiet en de diepte van aanleg.

Onderhoud en risico’s: verstopte drains door sediment, wortelgroei of slijtage, en verlies van doorlaatbaarheid. Regelmatige inspectie en onderhoud zijn noodzakelijk om effectieve afvoer te waarborgen. In beide contexten kan slechte toepassing of onvoldoende afvoer leiden tot complicaties. Zie ook drainage (geneeskunde) en drainage (infrastructuur).