houtpellets

Houtpellets zijn kleine, cilindrische korrels die ontstaan door het samenpersen van houtafval zoals zaagsel en houtresten. Ze hebben doorgaans een diameter van ongeveer 6 mm en een lengte tot 40 mm, en worden voornamelijk gebruikt als brandstof voor verwarming en energiewinning. Het vochtgehalte ligt meestal tussen circa 6 en 12 procent, wat bijdraagt aan een hoge energiedichtheid en relatief schone verbranding. Het aandeel onzuiverheden en as is doorgaans laag.

Productie en samenstelling: houtresten worden gedroogd tot een laag vochtgehalte en vervolgens geperst in pellets zonder toevoeging van bindmiddelen. Het proces vindt plaats in pelletmachines die het materiaal samen persen via hitte en druk, gevolgd door afkoelen en screening. De precieze samenstelling hangt af van het type hout en de bron; berk, den en eik komen vaak voor. Houtpellets kunnen naast zaagsel ook schors of houtresten bevatten, mits aan kwaliteitsnormen wordt voldaan.

Kwaliteit en normen: in de Europese Unie gelden kwaliteitsnormen zoals ENplus (met kwaliteitsklassen A1 en A2) en de bredere EN 14961-2 voor pellets. Deze normen beschrijven onder meer vereiste vochtgehalte, asgehalte en contaminanten. Certificering en traceerbaarheid zijn belangrijk voor geschikt gebruik in huishoudelijke kachels en industriële installaties.

Toepassingen en milieu-impact: houtpellets worden gebruikt in pelletkachels, verwarmingsketels en sommige warmtekrachtcentrales. Verbranding van houtpellets kan emissies verminderen in vergelijking met fossiele brandstoffen, mits gecertificeerde houtketen en duurzaam bosbeheer zijn gewaarborgd. Certificeringen zoals FSC of PEFC helpen bij verantwoorde bronmaterials.

Opslag en veiligheid: pelletopslag moet droog en goed geventileerd blijven om vochtopname en schimmelgroei te voorkomen. Stofvorming kan een verbrandings- of explosierisico vormen; daarom is goede ventilatie en stofafzuiging aanbevolen. Pellets worden vaak geleverd in zakken (zoals 10–15 kg) of in bulkunits.