Home

schors

Schors is de buitenste beschermlaag van een boom of struik, meestal aangeduid met de term bark. Het vormt een schild tegen fysieke beschadiging, ziekteverwekkers en verdamping en speelt een rol bij ventilatie en transport in de onderliggende weefsels. De schors bestaat uit meerdere delen, waaronder een buitenste, meestal dode cellaag die waterdicht is, en de onderliggende levende weefsels die betrokken zijn bij bescherming en transport.

In veel bomen is de schors opgebouwd uit het periderm, waarin zich een cork-achtig beschermingslaag bevindt,

Functies van de schors zijn onder meer bescherming tegen mechanische schade, temperatuurschommelingen en pathogenen, vermindering van

Economische en ecologische betekenis: schors speelt een belangrijke rol in verschillende industrieën. Een bekend voorbeeld is

en
uit
de
onderliggende
vaten-
en
bastweefsels
zoals
de
phloem
die
suikers
van
de
bladeren
naar
andere
delen
van
de
plant
vervoeren.
De
buitenste
schors
kan
lenticellen
bevatten,
geribte
openingen
die
gasuitwisseling
mogelijk
maken.
waterverlies
en
opslag
van
metabolisch
nuttige
verbindingen.
De
chemische
samenstelling
van
schors
varieert
per
soort
en
kan
tannines,
oliën
en
andere
verdedigingsstoffen
bevatten
die
insecten
afweren
of
schimmels
remmen.
de
kurkeik,
waarvan
de
schors
in
regelmatige
curen
wordt
geoogst
om
kurk
te
winnen,
zonder
de
boom
te
doden;
kurk
wordt
gebruikt
voor
wijnstoppers,
isolatie
en
diverse
producten.
Daarnaast
leveren
vele
andere
boomschors
soorten
grondstoffen
voor
tannines,
medicijnen
en
pigmenten.
Schorsengebruik
en
-gezondheid
zijn
ook
aanwijzingen
voor
de
ecologische
staat
van
een
bos.