Zuivelrassen

Zuivelrassen is een verzamelnaam voor rassen die speciaal zijn ontwikkeld en geselecteerd voor melkproductie. In de veehouderij verwijst de term vaak naar runderen, maar ook naar geiten en schapen die worden gehouden voor zuiveldoeleinden. Zuivelrassen onderscheiden zich door kenmerken zoals melkvolume, melkvet- en eiwitgehalte, uierstructuur en duurzaamheid onder productieomstandigheden.

In runderen zijn de Holstein-Friesian rassen wereldwijd het meest verbreid dankzij het hoge melkvolume, meestal gepaard met een relatief lager vet- en eiwitgehalte. Jersey staat bekend om melk met een hoog vet- en eiwitgehalte en wordt veel ingezet voor kaasproductie en zuivelproducten met bijzondere textuur. Andere veelvoorkomende zuivelrassen zijn Guernsey, Ayrshire en Brown Swiss, die elk verschillende profielen in melkkwaliteit en levensduur bieden. Sommige rassen, zoals de Milking Shorthorn, worden gewaardeerd om zowel melk- als vleeskwaliteiten en veelzijdigheid in gemengde systemen.

Bij geiten zijn Saanen en Alpine rassen populair vanwege hoge melkproductie en aanpassingsvermogen aan verschillende klimaten, terwijl Toggenburg en Nubian rassen bekend staan om specifieke melkkwaliteiten en gaseigenschappen die kaasbereiding beïnvloeden. Bij schapen worden zuivelrassen zoals East Friesian en Lacaune ingezet voor hun hoge melkproductie en kaasproductiviteit, met regionale voorkeuren die afhankelijk zijn van kaas- en marktbehoeften.

De selectie van zuivelrassen steunt op factoren als melkvolume, samenstelling (vet en eiwit), uiergezondheid en levensduur. Doelgerichte kruisingen en moderne voortplantingstechnieken verbeteren rendabiliteit, welzijn en aanpassingsvermogen aan lokale omstandigheden en marktvragen.