Home

gepaard

Gepad is a Dutch term used as an adjective and past participle to indicate that something occurs together with or is accompanied by another factor. It is common in formal writing, such as scientific, economic, and policy texts, to describe phenomena that do not stand alone but are gepaard with other circumstances.

In usage, gepaard is most often found in constructions meaning “is accompanied by” or “goes hand in

Examples:

- De economische groei gaat gepaard met inflatie.

- De toename van de werkdruk gaat gepaard met een daling van de productiviteit.

- Het onderzoek toonde aan dat de bijwerkingen gepaard gingen met een verbetering in de algehele conditie.

Etymology and notes: gepaard is het verleden deelwoord van een werkwoord dat verband houdt met het idee

Zie ook: vergezellen, samengaan, gaan gepaard met.

hand
with.”
The
standard
phrasing
is
gaat
gepaard
met,
meaning
that
one
thing
accompanies
another.
It
can
also
appear
in
attributive
position
in
fixed
expressions,
though
in
many
cases
alternative
formulations
such
as
vergezeld
van
or
samen
met
are
used
for
clarity
or
style.
van
koppelen
of
samenkomen
(afgeleid
van
het
woord
paar).
Hierdoor
drukt
gepaard
een
samenhang
of
co-ontplooiing
uit,
eerder
dan
een
losse
gebeurtenis.
In
academische
of
journalistieke
tekst
fungeert
het
als
een
neutrale,
analytische
term
om
oorzakelijke
of
bijbehorende
factoren
aan
te
duiden.
Andere
verwante
uitdrukkingen
zijn
vergezeld
van
en
samen
met,
die
vaak
als
alternatief
dienen
afhankelijk
van
de
toon
en
stijl.