Home

Zoonotische

Zoonotische (zoonotische) ziekten zijn infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overspringen. De term verwijst naar aandoeningen veroorzaakt door pathogenen zoals virussen, bacteriën, parasieten en schimmels die normaal bij dieren voorkomen maar in sommige gevallen mensen kunnen besmetten. Dier- en menspopulaties kunnen hierbij fungeren als reservoir, vector of tussenhost, wat de overdracht van ziektekiemen mogelijk maakt.

Overdracht kan direct plaatsvinden door contact met dieren, bijvoorbeeld via bijten of krabben, of via het

Voorbeelden van zoonotische ziekten zijn onder meer rabies, influenza-virussen die van dieren op mensen kunnen overspringen,

Preventie en publieke gezondheidsstrategie richten zich op een One Health-benadering waarbij mens, dier en milieu samenwerken.

hanteren
van
dierproducten
en
besmette
omgevingen.
Voedselgerelateerde
zoonosen
ontstaan
door
blootstelling
aan
besmet
voedsel
of
water.
Vectoren
zoals
teken,
muggen
en
vlooien
kunnen
ziekteverwekkers
tussen
dieren
en
mensen
overbrengen.
Ook
via
omgevingsroutes
zoals
urine,
uitwerpselen
of
besmette
aarde
is
overdracht
mogelijk.
hantavirus,
leptosporose,
salmonellose
en
campylobacteriose,
toxoplasmose
(toxoplasma
gondii)
afkomstig
van
katten,
en
echinococcosis.
Daarnaast
spelen
tick-borne
ziekteborreliose
zoals
de
ziekte
van
Lyme
en
andere
zoönotische
infecties
een
belangrijke
rol.
De
exacte
risico’s
variëren
per
regio
en
afhankelijk
van
lokale
dierpopulaties
en
menselijke
activiteiten.
Belangrijke
maatregelen
zijn
surveillance
van
infecties
bij
dieren
en
mensen,
vaccinatie
van
dieren
tegen
bepaalde
ziekten
(bijvoorbeeld
rabies
bij
honden),
voedselveiligheid
en
hygiëne,
veilige
omgang
met
dieren
en
dierlijke
producten,
en
voorlichting
over
risico’s
en
gedragsmaatregelen.