maakt
Maakt is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord maken, wat “maken” of “scheppen” betekent. De infinitief is maken. Het woord wordt gebruikt om aan te geven dat iemand iets creëert, produceert, een handeling verricht, of dat een toestand tot stand wordt gebracht.
In de tegenwoordige tijd zijn de vormen: ik maak, jij maakt, hij/zij/het maakt, wij maken, jullie maken,
Maakt wordt met een direct object gebruikt, bijvoorbeeld: Hij maakt een foto. Wij maken een afspraak. Het
Verleden tijd en participielloze vormen: in het onvoltooid verleden tijd is het bijvoorbeeld ik maakte, jij
Etymologie: maken komt uit het Oudnederlands en is verwant aan het Duitse machen en het Engelse make.
Zie ook: uitdrukkingen met maken, zoals afspraak maken, en constructies als iets te maken hebben met iemand