Home

besluiten

Besluiten verwijzen in het Nederlands naar twee gerelateerde betekenissen: (1) de meervoudsvorm van het zelfstandig naamwoord besluit, een formele beslissing die door een persoon of organisatie wordt genomen en meestal officieel wordt vastgelegd; (2) het infinitief van het werkwoord besluiten, met de betekenis 'beslissen'.

Als zelfstandig naamwoord verwijzen besluiten naar formele beslissingen, zoals wetten, beleidskaders of besluiten van een gemeenteraad,

Als werkwoord besluiten: ik besluit, jij besluit, hij besluit, wij besluiten, jullie besluiten, zij besluiten. Verleden

Toepassingsgebieden: bestuur, politiek en bedrijfsvoering. In deze context vormen besluiten de kern van governance; ze bepalen

een
board
of
een
rechter.
Besluiten
zijn
vaak
schriftelijk
vastgelegd
en
bekendgemaakt
en
hebben
rechtsgevolgen
voor
betrokkenen.
In
de
publieke
sfeer
gelden
drie
hoofdvoorwaarden
voor
een
besluit:
bevoegdheid,
de
juiste
procedure
en
een
gemotiveerde
motivering.
Bezwaar
en
beroep
zijn
gebruikelijke
rechtsmiddelen
tegen
besluiten;
sommige
besluiten
kunnen
worden
ingetrokken
of
gewijzigd.
tijd:
ik
besloot,
jij
besloot,
hij
besloot,
wij
besloten,
jullie
besloten,
zij
besloten.
Voltooid
deelwoord:
besloten.
Voorbeelden:
"Zij
besluiten
morgen
te
starten"
en
"Wij
hebben
besloten
de
plannen
aan
te
passen."
koers
en
rechtsgevolgen
voor
betrokkenen.
Besluiten
spelen
tevens
een
centrale
rol
in
administratieve
wetgeving
en
in
besluitvorming
binnen
organisaties.