Nietgefoliëerde

Nietgefoliëerde metamorfische gesteenten zijn gesteenten die geen duidelijke foliation vertonen. Folieering is een vlakgerichte oriëntatie van platte of langwerpige mineralen die ontstaat onder gerichte druk; nietgefolieerde gesteenten missen zo’n vlak fabric en hebben meestal een massieve, interkristallijne textuur met een uniforme kristalstructuur.

Ze ontstaan vooral bij hoge temperaturen waarbij kristallen opnieuw kunnen recrystalliseren zonder aanzienlijke differentiële stress. Dit gebeurt vaak bij contactmetamorfose rondom hete magmatische intrusies, maar kan ook optreden bij hooggradige regionale metamorfose wanneer de druk minder anisotroop is. Doordat de mineralen in het gesteente onder deze omstandigheden opnieuw kunnen groeien en samenvoegen, blijft er zelden een gelaagd of geplooid patroon achter.

Voorbeelden van nietgefolieerde metamorfische gesteenten zijn marmer, kwartsiet en hornfels. Marmer ontstaat uit kalksteen door recrystallisatie van calciet, waardoor het een heldere, meestal uniforme textuur krijgt en vaak geschikt is voor beeldhouwkunst. Kwartsiet ontstaat uit zandsteen en bestaat hoofdzakelijk uit interlocked kwarts, wat het robuust en slijtvast maakt. Hornfels is een verzamelnaam voor stenen gevormd door contactmetamorfose van uiteenlopende protolieten en vertoont doorgaans een massieve, fijn tot middelgroot korrelige textuur.

Nietgefolieerde gesteenten worden gewaardeerd om hun hardheid en consistente textuur en vinden toepassingen in bouwmaterialen, beeldhouwkunst en industrieel gebruik. Ze vormen een belangrijk contrast met foliated gesteenten zoals schist en gneis, waar plooivaarde van mineralen een duidelijke spliting of foliation produceert.