kristallen
Kristallen zijn vaste stoffen waarin de bouwstenen—atomen, ionen of moleculen—in een regelmatig, herhaald patroon zijn gerangschikt, zodat een kristalrooster ontstaat. Deze regelmaat geeft kristallen vaak hun gepolijste, hoekige vorm met duidelijke vlakke vlakken, hoewel natuurlijke kristallen ook onregelmatig kunnen voorkomen.
De regelmatige orde kan zich op verschillende lengteschaals voordoen; de basis eenheid is de eenheidscel. Afhankelijk
Kristallen groeien door nucleatie en aanwas uit een supersaturerende oplossing, uit smelt of uit gas. Geologische
Eigenschappen van kristallen zijn anisotroop: hun eigenschappen variëren afhankelijk van de richting. Belangrijke kenmerken zijn hardheid
Toepassingen zijn divers: kwarts-knristallen dienen als oscillatoren en tijdreferenties in klokken en elektronische apparaten, terwijl siliciumkristallen
Voorbeelden van natuurlijke kristallen zijn kwarts (SiO2), calciet (CaCO3), fluoriet (CaF2), haliet (NaCl) en diamant (C).