verslappen

Verslappen is een Nederlands werkwoord dat in informele en vaktaalkringen wordt gebruikt om aan te geven dat iets losser of minder streng gemaakt wordt, vaak door het verminderen van spanning, druk of controle. Het begrip kan zowel letterlijk als figuurlijk voorkomen. In de verkeerscontext verwijst verslappen meestal naar het geleidelijk verminderen van remdruk of grip, zodat snelheid of deceleratie gecontroleerd verloopt. Verder kan het figuurlijk worden toegepast op regels, toezicht of discipline wanneer die minder streng worden toegepast.

Etymologie en gebruiksopties

Het woord is opgebouwd uit een voorvoegsel ver- en een wortel die in de betekenis van losser maken kan worden opgevat; het gebruik is vooral informeel en regionaler van aard. Verslappen is niet overal standaard in woordenboeken terug te vinden en kan in sommige gevallen als non-native of (foutief) afgeleid van overslapen worden gezien. Het verwarren met overslapen (dat betekent 'te laat wakker worden') komt voor; de standaardvorming voor overslapen is overslapen, niet verslappen. Desondanks blijft verslappen in bepaalde contexten begrijpen als “losser maken” of “ruimte geven”.

Voorbeelden

In het verkeer: Tijdens de afdaling verslapt hij de remdruk om een gecontroleerde afname van snelheid te waarborgen. In het beleidsspectrum: Het toezicht verslapt langzaam, waardoor sommige handhavingstippen minder strikt worden toegepast. In figuurlijke zin kan het ook betekenen dat men regels of normen minder strikt handhaaft.

Zie ook

Overslapen (veelvoorkomend tegenovergesteld begrip), loslaten, remmen loslaten, regelhandhaving.