Home

tramsystemen

Tramsystemen zijn stedelijke spoorwegnetwerken waarin tramvoertuigen op rails rijden, meestal in straten maar ook op eigen tracé. Ze vormen een vorm van openbaar vervoer en kunnen in stedelijke weefsels met gemengd verkeer opereren of op dedicated right-of-way. In de praktijk worden ze als tram, streetcar of light rail aangeduid; modern gebruik omvat vaak laagvloerse voertuigen en elektrische aandrijving via bovenleidingen.

Historisch ontstonden tramsystemen in de 19e eeuw als paardentrams en evolueerden later naar elektrisch aangedreven systemen.

Belangrijke onderdelen zijn rails, tramvoertuigen met lage instap, een stroomvoorziening (meestal bovenleiding), onderstations en verkeersregelingssystemen die

Voordelen van tramsystemen zijn onder andere relatief hoge capaciteit, lagere uitstoot in stedelijk verkeer en de

Na
de
Tweede
Wereldoorlog
nam
het
netwerk
in
veel
steden
af,
maar
vanaf
de
jaren
tachtig
en
negentig
van
de
vorige
eeuw
kwam
er
een
heropleving
vanwege
mobiliteitsbehoeften
en
doelstellingen
op
het
gebied
van
klimaat
en
luchtkwaliteit.
Tegenwoordig
bestaan
er
wereldwijd
honderden
netwerken,
met
name
in
Europa,
Noord-Amerika
en
delen
van
Azië
en
Oceanië.
prioriteit
geven
bij
kruisingen.
Netwerken
worden
ontworpen
met
routes,
dienstregeling
en
integratie
met
bussen,
metro
of
regionale
treinen.
Moderne
trams
bieden
vaak
hoge
toegankelijkheid,
goede
reactiviteit
en
energie-efficiëntie
door
regeneratieve
remming
en
onderhoudsarme
modulaire
ontwerpen.
mogelijkheid
om
in
een
stedelijk
milieu
te
verweven.
Uitdagingen
betreffen
de
infrastructuurkosten,
ruimtebeslag
in
dichtbebouwde
gebieden
en
de
afstemming
met
wegverkeer.
Toekomstige
ontwikkelingen
richten
zich
op
tram-train-koppelingen,
lagevloertechnologie
en
slimme
netten.