schimmel

Schimmel is een verzamelnaam voor schimmels die zich als een netwerk van schimmeldraden verspreiden, een mycelium. Ze reproduceren vooral via sporen die in de lucht worden verspreid. In vochtige omgevingen kunnen schimmels snel groeien op organisch materiaal en op diverse oppervlakken, waardoor vlekken ontstaan die variëren in kleur en textuur. Schimmels komen zowel buiten als binnen voor en kunnen zich onder verschillende omstandigheden snel uitbreiden.

In gebouwen groeien schimmels vooral op plaatsen met blijvend vocht of lekkage, zoals muren, badkamers en kelders. Buiten komen ze voor op decaying plantmateriaal en in de bodem. Veel voorkomende gebouwschimmels zijn Aspergillus, Penicillium en Cladosporium. Sommige soorten kunnen allergenen afgeven en zo ademhalingsproblemen of irritatie veroorzaken bij mensen.

Gezondheidseffecten variëren per persoon en per soort. Allergische reacties, astma-aanvallen en irritatie van ogen, neus en keel komen vaak voor bij blootstelling aan schimmels. Sommige schimmels produceren mycotoxinen bij langdurige of hoge blootstelling, maar het risico is afhankelijk van de soort en mate van blootstelling.

Preventie draait om vochtbeheersing en ventilatie: lekkages repareren, vochtige ruimten droog houden en regelmatig reinigen. Voor niet-porieuze oppervlakken kan reiniging met detergent volstaan; ernstig besmette of poreuze materialen moeten mogelijk worden verwijderd en vervangen. In woningen is professionele sanering aan te raden bij grote schimmelgroei.

Naast ongewenste aanwezigheid heeft schimmel ook industriële en gastronomische toepassingen. Sommige schimmels worden gebruikt bij kaasproductie (zoals Penicillium bij Roquefort of Camembert) en bij fermentatie en enzymproductie in de industrie.