uitbreiden
Uitbreiden is een Nederlands werkwoord met de betekenis groter, langer of verder maken; het vergroten van reikwijdte, capaciteit of omvang. Het kan slaan op een fysieke vergroting, zoals het uitbreiden van een kamer of een gebouw, maar ook op abstracte uitbreiding, zoals het uitbreiden van de activiteiten van een bedrijf, de reikwijdte van een onderzoek, of de opslagcapaciteit van een computer. In stedelijke planning of politiek kan uitbreiding verwijzen naar het vergroten van een gebied of grens, al kan dit onderwerp gevoelig liggen.
Etymologie: uitbreiden is samengesteld uit uit en breiden, waarbij breiden het verspreiden of uitspreiden van iets
Grammaticale notities: uitbreiden is een separabel werkwoord. In de tegenwoordige tijd zegt men bijvoorbeeld De gemeente
Zie ook: uitbreiding, uitbreidbaar, uitbreidingsmogelijkheden.