Home

ontwikkelingshulp

Ontwikkelingshulp is de hulp die rijkere landen en internationale organisaties verlenen aan armere landen met het doel armoede te verminderen en duurzame ontwikkeling te bevorderen. In de economische literatuur wordt doorgaans gesproken van officiële ontwikkelingshulp (ODA), zoals gedefinieerd door de OECD/DAC: concessionele financiële aid en technische bijstand die gericht is op ontwikkeling en bijdraagt aan duurzame groei.

De hulp komt via verschillende kanalen: bilaterale hulp van één land aan een ander, multilaterale hulp via

Belangrijke actoren zijn donorlanden (bijv. Nederland, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk), multilaterale instellingen, nationale en internationale NGOs,

Historisch gezien ontstond ontwikkelingshulp sterk na de Tweede Wereldoorlog, met het Marshallplan als voorbeeld. Sinds de

De effectiviteit van ontwikkelingshulp blijft onderwerp van debat. Kritieken gaan over afhankelijkheid, corruptie en inefficiëntie, terwijl

Recentere trends benadrukken resultaatgerichtheid, versterking van lokale capaciteit, publiek-private samenwerking en klimaatfinanciering. Er is een toenemende

instellingen
zoals
de
Wereldbank
en
VN-organisaties,
en
via
non-gouvernementele
organisaties.
Typen
hulp
omvatten
project-
en
programmafinanciering,
budgetsteun,
technische
hulp,
humanitaire
hulp
en
schuldverlichting.
Modaliteiten
variëren
van
concessies,
leningen
tegen
lage
rente
tot
ongedekte
giften.
ontvangende
regeringen
en
de
private
sector.
Ontwikkelingssamenwerking
werkt
vaak
samen
met
beleidshulp,
institutionele
hervormingen,
onderwijs,
gezondheidszorg,
landbouw
en
infrastructuur.
dekolonisatie
en
de
Koude
Oorlog
veranderde
de
rol
van
de
hulp.
In
latere
decennia
lag
de
nadruk
op
de
millenniumdoelstellingen
(MDGs)
en
nu
op
de
Sustainable
Development
Goals
(SDGs).
Beleidsafspraken
zoals
de
Paris
Declaration
(2005),
Accra
Agenda
for
Action
(2008)
en
Busan
(2011)
richten
zich
op
effectiviteit
en
verantwoording.
voorstanders
wijzen
op
verbeteringen
in
gezondheidsuitgaven,
onderwijs
en
armoedevermindering.
Belangrijke
discussiepunten
zijn
ambitie
versus
realistische
verwachtingen,
coördinatie
tussen
donoren
en
ontvangers
en
de
toegevoegde
waarde
van
conditionele
stimulansen
en
tied-aid.
nadruk
op
de
humanitarian–development
nexus
en
op
lange
termijn
structurele
versterking
van
instituties,
met
focus
op
meetbare
impact
en
verantwoording.