millenniumdoelstellingen

De millenniumdoelstellingen (MDG’s) zijn acht mondiale ontwikkelingsdoelen die in 2000 werden vastgesteld tijdens de Milenniumtop van de Verenigde Naties. Het doel van de MDG’s was om extreme armoede en honger fors te verminderen en tegelijkertijd te investeren in gezondheid, onderwijs, gendergelijkheid, milieubescherming en internationale samenwerking. De millenniumdoelstellingen moesten uiterlijk in 2015 worden bereikt en vormden een bindend raamwerk voor overheden, multilaterale instellingen en non-gouvernementele organisaties.

De acht doelstellingen zijn: (1) armoede en honger uitbannen; (2) wereldwijd basisonderwijs voor iedereen realiseren; (3) gendergelijkheid en empowerment van vrouwen bevorderen; (4) kindersterfte verminderen; (5) moedersterfte verminderen; (6) HIV/AIDS, malaria en andere ernstige ziekten bestrijden; (7) milieuduurzaamheid waarborgen; (8) een mondiale partnerschap voor ontwikkeling bevorderen.

Op het gebied van resultaten werd wereldwijd sprake van significante vooruitgang: miljoenen mensen uit extreme armoede verdwenen, de toegang tot onderwijs in veel landen toegenomen, kinder- en moedersterfte gedaald, en de bestrijding van HIV/AIDS, malaria en tuberculose gevorderd. Toch was de vooruitgang oneven: sommige regio's haalden de doelen sneller dan andere, en er werd bekritiseerd dat de MDG’s te sterk gericht waren op kwantitatieve cijfers en op wereldwijde gemiddelden, terwijl ongelijkheid binnen landen en duurzaamheidsaspecten niet altijd afdoende werden meegenomen.

Na 2015 werd de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling aangenomen, met 17 doelen en 169 targets. De Sustainable Development Goals bouwen voort op de MDG’s en hebben naast armoedebestrijding ook bredere aandacht voor economische groei, gelijkheid, klimaat en duurzame ontwikkeling, met als doel een rechtvaardige en duurzame wereld tegen 2030.