Home

geleerd

Geleerd is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord leren. Het verschijnt in voltooide tijden met hebben, bijvoorbeeld: ik heb geleerd, hij heeft geleerd. Het kan ook in samengestelde tijden voorkomen met andere vormen van leren.

Daarnaast kan geleerd optreden als bijvoeglijk naamwoord met de betekenis “scholarly” of “goed onderlegd”. Voorbeelden: een

Geleerd kan ook als zelfstandig naamwoord voorkomen in de betekenis van “scholar” of “geleerde”; bijvoorbeeld: De

Etymologie en morfologie: geleerd is afgeleid van de stam leer door het voegwoord ge- en de uitgang

geleerde
man,
geleerde
literatuur,
een
geleerde
uitleg.
In
die
zin
geeft
geleerd
aan
dat
iemand
kennis
of
expertise
bezit,
vaak
op
een
bepaald
vakgebied.
geleerde
sprak
over
zijn
bevindingen.
Het
meervoud
is
geleerden.
Het
woord
wordt
in
academische
en
literaire
contexten
gebruikt
om
te
verwijzen
naar
personen
die
uitgebreide
kennis
hebben
opgebouwd
op
een
bepaald
gebied,
of
naar
bronnen
die
als
intellectueel
gezag
gelden.
-d,
waardoor
het
ontstaat
als
voltooid
deelwoord
van
leren.
Het
werkwoord
leren
zelf
vindt
zijn
oorsprong
in
de
Germaanse
talen,
met
vergelijkbare
vormen
in
verwante
talen.
In
het
moderne
Nederlands
is
geleerd
gebruikelijk
in
zowel
adjectieve
als
nominale
functies,
waarbij
de
precieze
betekenis
afhangt
van
de
context:
de
handeling
van
leren
(leren/hebben
geleerd)
versus
de
beschrijving
van
een
persoon
of
bronnen
als
zijnde
degelijk
of
deskundig.