zijnde
Zijnde is het tegenwoordig deelwoord van het werkwoord zijn in het Nederlands. Het functioneert als een participiale voorzetselvrije constructie die een toestand of omstandigheid beschrijft die geldt tegelijk met de hoofdhandeling. In praktijk wordt zijnde vooral gebruikt in formele, literaire of archaïsche taal, en minder in alledaags spraakgebruik. Een voorbeeld is: Zijnde ziek, bleef hij thuis. Hoewel grammaticaal correct, klinkt zo’n zinsconstructie vaak wat ouderwets.
Naast de participiale rol kan zijnde ook voor onregelmatige of verwante betekenissen voorkomen in oudere of
Functie en stijladviezen: in modern standaardnederlands wordt zijnde voornamelijk als formeel of literair ervaren. Voor heldere,
Samengevat is zijnde een formeel, archaïsch gerelateerd participium van zijn, met zowel grammaticale als filosofische toepassingen.