Home

eiwitopname

Eiwitopname verwijst naar de hoeveelheid eiwitten die uit voeding wordt afgebroken in de dunne darm, waarna de resulterende aminozuren in het bloed terechtkomen en beschikbaar zijn voor lichaamsprocessen zoals spieropbouw, onderhoud van organen en de productie van enzymen en hormonen. De opname hangt af van digestie, absorptie en de werking van aminozuren in cellen. Niet alle ingenomen eiwit wordt direct gebruikt voor spieropbouw; sommige aminozuren dienen als energiebron of worden omgezet in andere moleculen.

Factoren die de eiwitopname beïnvloeden, zijn onder meer de kwaliteit en samenstelling van het eiwit (met name

Aanbevelingen zijn voornamelijk gericht op eiwitverbruik en spieropbouw. Een algemene richtlijn voor volwassenen is circa 0,8

Overmatige langdurige eiwitinname kan bij sommige mensen belasting geven aan de nieren; bij gezonde personen is

het
aanbod
van
essentiële
aminozuren
en
het
leucinegehalte),
de
digestiesnelheid
(snel
verterende
eiwitten
zoals
wei
versus
langzamer
verterende
eiwitten
zoals
caseïne),
en
de
samenstelling
van
de
maaltijd
(vezels,
vetten
en
koolhydraten
kunnen
de
vertering
vertragen).
Leeftijd,
lichamelijke
activiteit,
gezondheid
van
de
darm
en
de
totale
energiebalans
spelen
eveneens
een
rol.
gram
eiwit
per
kilogram
lichaamsgewicht
per
dag,
terwijl
sporters
vaak
1,2
tot
2,0
g/kg/d
nodig
hebben,
en
oudere
volwassenen
mogelijk
1,0–1,2
g/kg/d.
Het
is
gebruikelijk
om
eiwitinname
te
verspreiden
over
de
dag,
bijvoorbeeld
0,25–0,40
g/kg
per
maaltijd,
om
spierproteïnesynthese
optimaal
te
ondersteunen.
Eiwitkwaliteit
wordt
beoordeeld
met
maatstaven
als
DIAAS
en
PDCAAS;
dierlijk
eiwit
heeft
meestal
een
hogere
score
dan
veel
plantaardige
eiwitten,
al
kunnen
plantaardige
bronnen
en
combinaties
een
complete
aminozuurvoorziening
leveren.
dit
risico
beperkt,
maar
medische
adviezen
worden
aanbevolen
bij
sprake
van
nier-
of
leveraandoeningen.