Home

druif

Een druif is de vrucht van de wijnstok. De druif behoort meestal tot de soort Vitis vinifera, maar ook andere Vitis-soorten leveren eetbare bessen. Druiven groeien in trosvormige trossen en bestaan doorgaans uit een sappige bes met een huid die varieert van groenachtig geel tot rood, paars of zwart. Druiven worden vers gegeten, gedroogd tot rozijnen of gebruikt bij wijnproductie.

Botanie en variëteiten: Druiven behoren tot de familie Vitaceae, geslacht Vitis. Er bestaan duizenden cultivars; sommige

Cultivatie en beheer: Druiven groeien het best in gematigde klimaten met een lang, warm groeiseizoen. Teelt

Toepassingen en markten: Druiven worden wereldwijd geteeld voor vers eten, wijnproductie en gedroogde toepassingen zoals rozijnen.

Regionale en economische context: Belangrijke producenten zijn onder meer Italië, Frankrijk, Spanje, China en de Verenigde

rassen
zijn
bestemd
voor
tafelconsumptie
(table
grapes),
andere
voor
wijnproductie
(wijnrassen).
Binnen
wijnrassen
onderscheiden
men
vaak
witte
en
donkere
variëteiten;
veel
variëteiten
zijn
pitloos
of
bevatten
pitten.
De
smaak
hangt
af
van
soort,
klimaat
en
cultuurpraktijken.
vereist
trellis-systemen,
snoei
en
zorg
tegen
ziekten
en
plagen.
Het
oogstseizoen
valt
meestal
in
de
late
zomer
tot
herfst.
Veel
wijnstokken
worden
op
wortelstokken
geënt
tegen
phylloxera,
waardoor
grafting
en
vigour
management
gebruikelijk
zijn.
Waterbeheer,
temperatuursomstandigheden
en
bestrijdingsmaatregelen
beïnvloeden
kleur,
suikergehalte
en
zuurgraad.
Kleur,
grootte
en
zaadinhoud
variëren
per
variëteit;
veel
table
grapes
zijn
pitloos,
wijnrassen
hebben
vaak
zaden.
Voor
wijn
worden
rassen
onderscheiden
die
geschikt
zijn
voor
witte
of
rode
wijnen.
Staten.
De
teelt
is
wijd
verspreid
in
het
Middellandse
Zeegebied,
Zuid-Amerika
en
delen
van
Afrika
en
Oceanië.
Klimaatverandering
beïnvloedt
oogsttijden,
suikergehalte
en
opbrengst,
en
nodigt
uit
tot
aanpassingen
in
teeltpraktijken
en
veredeling.