Home

gegeten

Gegeten is de voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord eten. Het betekent letterlijk “door iemand gegeten” of “is gegeten” en wordt gebruikt om aan te geven dat de handeling van eten voltooid is. In het dagelijks taalgebruik komt gegeten vooral voor in combinatie met de hulpwerkwoorden hebben of worden.

Richting hebben en voltooid verleden Tijdvoorschriften: met helpen heeft eten gewoonlijk het hulpwoord hebben in de

Lijdende vorm en passages: gegeten verschijnt ook in de lijdende vorm met worden. Tegenwoordige tijd: Het brood

Bijvoeglijke en andere betekenissen: in standaardtaal fungeert gegeten doorgaans als een voltooid deelwoord en niet als

Etymologie: gegeten wordt gevormd door het prefix ge- plus de stam van eten en is een van

voltooide
tijden.
Voorbeelden:
Ik
heb
gegeten,
Jij
hebt
gegeten,
Hij
heeft
gegeten.
Ook
ontstonden
tijdsvormen
zoals
ik
had
gegeten,
zij
zouden
hebben
gegeten,
waarbij
gegeten
als
voltooid
deelwoord
blijft
functioneren.
wordt
gegeten.
Verleden
tijd:
Het
brood
werd
gegeten.
Een
agent
kan
worden
genoemd
met
door:
Het
brood
werd
door
de
gasten
gegeten.
In
deze
constructies
blijft
gegeten
het
deelwoord
dat
de
actie
aanduidt.
zelfstandig
adjectief.
Er
bestaan
wel
uitdrukkingen
zoals
“opgegeten”
(eigenlijk
helemaal
opgebruikt/uitgegeten)
die
vaker
voorkomen
om
een
voltooide
toestand
van
consumptie
uit
te
drukken.
de
regelmatige
voltooid
deelwoordvormen
in
het
Nederlands.
Het
woord
is
wijdverbreid
in
alle
registers
van
de
taal
en
komt
voor
in
zowel
informele
als
formele
teksten.