Home

bereideheid

Bereideheid is een Nederlands begrip dat verwezen naar de bereidheid en paraatheid van een persoon om een handeling uit te voeren of zich aan te sluiten bij een activiteit. Het omvat motivatie, houding ten opzichte van de taak en het vertrouwen in eigen mogelijkheden om te handelen. De inhoud van bereideheid kan per situatie verschillen, afhankelijk van waargenomen baten, risico’s en steun van anderen.

Etymologie en spelling: De term is afgeleid van de bijvoeglijke stam "bereid" (klaar, bereid) plus het achtervoegsel

Toepassingsdomeinen: In de psychologie en gedragswetenschappen verwijst bereideheid vaak naar de bereidheid om te veranderen, te

Een beoordelingskader: bereideheid kan worden gemeten met enquêtes en schaalvragen die aspecten zoals affectieve bereidwilligheid, cognitieve

Zie ook: bereidheid, houding ten opzichte van verandering, paraatheid. In beleids- en gezondheidszorgcontexten wordt bereideheid vaak

-heid.
De
gebruikelijke
spelling
is
bereidheid;
de
vorm
bereideheid
komt
voor
als
variant
in
oudere
of
dialectische
bronnen
maar
is
minder
gebruikelijk
in
moderne
standaardtaal.
leren
of
zich
in
te
zetten
voor
een
taak.
Het
wordt
gezien
als
een
van
de
factoren
achter
gedragsveranderingsprocessen,
naast
behoeften,
vaardigheden
en
omgevingsinvloeden.
In
organisatie-
en
verandermanagement
gaat
bereideheid
over
de
mate
waarin
medewerkers
openstaan
voor
veranderingen,
wat
voorspellingen
kan
verbeteren
over
adoptie
van
nieuwe
systemen
of
werkwijzen.
acceptatie
en
gedragsmatige
paraatheid
evalueren.
Factoren
die
bereideheid
verhogen
zijn
duidelijke
communicatie,
zichtbare
voordelen,
voldoende
training,
en
vertrouwen
in
leiderschap.
Bereideheid
is
dynamisch
en
contextafhankelijk;
onderzoeken
tonen
aan
dat
betrokkenheid
en
waargenomen
risico's
de
bereidheid
kunnen
versterken
of
verzwakken.
gebruikt
in
formuleringen
als
"bereidheid
tot
verandering"
of
"zorgbereidheid"
om
maatschappelijke
weerbaarheid
te
beschrijven.