achtervoegsel

Een achtervoegsel is een morfeem dat achteraan een woord wordt geplaatst om de betekenis of de grammaticale functie te veranderen. In het Nederlands is het een van de belangrijkste soorten affixen, naast het voorvoegsel dat aan het begin van een woord staat. Achtervoegsels kunnen een basiswoord van een nieuw woord voorzien of extra grammaticale informatie toevoegen, zoals de vorm van het woord of tijd en getal uitdrukken.

Er bestaan twee hoofdtypen achtervoegsels: afleiding en verbuiging. Afleidende achtervoegsels brengen vaak een nieuw woord met een andere woordsoort tot stand: -heid maakt van een bijvoeglijk naamwoord een abstract zelfstandig naamwoord (vrijheid); -ing kan een handeling of proces aanduiden (werking); -lijk en -baar veranderen de betekenis of grammaticale categorie (vriendelijk, draagbaar); -tje en -je geven vaak een verkleining of kleine vorm aan (huis -> huisje, koek -> koekje). Verbuigingssuffixen drukken grammaticale informatie uit, zoals getal en tijd: -en geeft bij veel zelfstandige naamwoorden meervoud (stoel -> stoelen); -s verschijnt bij leenwoorden (auto -> auto's); bij werkwoorden worden verleden tijdsuitingen gevormd met -te/-de (werk -> werkte).

Achtervoegsels dragen bij aan de woordvorming en verbuiging in het Nederlands en tonen hoe taal flexibel kan zijn. Het gebruik kan per woord of dialect variëren, en sommige suffixen zijn meer productief dan andere.