Home

Spraakstoornissen

Spraakstoornissen omvatten een groep aandoeningen waarbij de productie, articulatie of vloei van spraak verstoord is. Ze kunnen voorkomen bij kinderen als ontwikkelingsstoornissen en bij volwassenen als verworven aandoeningen, bijvoorbeeld na een beroerte, hersenletsel of neurologische aandoeningen. De ernst en het dagelijkse functioneren variëren sterk tussen individuen.

Oorzaken en factoren variëren. Ontwikkelingsstoornissen kunnen stotteren, fonologische of articulatorische stoornissen zijn. Verworven stoornissen ontstaan door

Voorbeelden van spraakstoornissen zijn onder andere stotteren, dysartrie en apraxie van spraak. Stotteren is een fluencystoornis

Diagnostiek vindt meestal plaats bij een logopedist, eventueel met aanvullend onderzoek door huisarts, audioloog of neuroloog.

Prognose hangt af van de onderliggende oorzaak, tijdige herkenning en intensiteit van de behandeling. Vroegtijdige interventie

letsel,
neurodegeneratieve
ziekten,
of
aandoeningen
die
de
spraakmotoriek
beïnvloeden.
Ook
gehoorproblemen,
aangeboren
afwijkingen
en
psychogene
factoren
kunnen
een
rol
spelen.
Omgevingsfactoren,
stress
en
communicatieomstandigheden
kunnen
de
ernst
of
herkenning
beïnvloeden.
met
herhaalde
klanken
of
pauzes
tijdens
praten.
Dysartrie
is
een
motorische
spraakstoornis
door
schade
aan
zenuw-
of
spiersystemen
die
spraakbewegingen
sturen.
Apraxie
van
spraak
betreft
een
stoornis
in
de
planning
en
uitvoering
van
spraakbewegingen,
ondanks
voldoende
spierkracht.
Articulatorische
en
fonologische
stoornissen
betreffen
afwijkingen
in
klankproductie
en
klankregels.
Behandeling
is
afhankelijk
van
de
stof
en
kan
bestaan
uit
logopedie
op
maat,
gerichte
therapieën
voor
stotteren
(fluency
shaping,
stuttering
modification),
oefentherapie
bij
dysartrie
en
apraxie,
en
communicatieondersteunende
strategieën
of
hulpmiddelen.
en
multidisciplinaire
zorg
verbeteren
doorgaans
de
uitkomsten
en
het
dagelijks
functioneren.