Infectie

Infectie is de invasie en vermenigvuldiging van micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels of parasieten in het lichaam, waardoor weefselbeschadiging en een immuunrespons kunnen ontstaan. De meeste infecties leiden tot klinische klachten zoals koorts, pijn en ontsteking, maar sommige kunnen asymptomatisch zijn. Een infectie kan lokaal blijven of zich uitstrekken naar andere organen en weefsels.

Oorzaken en routes van overdracht variëren. Besmetting vindt meestal plaats via direct contact, druppels en aerosolen, vectoren, of via besmette voeding en water. Risicogroepen omvatten onder meer jonge kinderen, ouderen, mensen met een verzwakt immuunsysteem en ziekenhuispatiënten.

Soorten infecties kunnen worden onderscheiden naar locatie (luchtwegen, huid, urinewegen, enz.), duur (aangeboren als acuut of chronisch), en setting (nosocomiaal versus community-acquired). Ook opportunistische infecties komen voor bij mensen met een verstoord afweersysteem.

Diagnose en behandeling combineren vaak klinisch onderzoek met laboratoriumtests zoals bloed- en urineonderzoek, kweek, moleculaire testen en beeldvorming. Behandeling hangt af van de aangetaste agent: antibiotica voor bacteriële infecties, antivirale middelen voor virale infecties, antischimmelmiddelen voor schimmelinfecties en antiparasitaire medicatie voor parasitaire infecties. Ondertussen is het correct gebruiken van geneesmiddelen en het volgen van adviezen cruciaal, gezien antibioticaresistentie een groeiend probleem vormt.

Preventie richt zich op handhygiëne, vaccinatie, veilige voeding en water, passende infectiecontrole in zorginstellingen en prudent antibioticagebruik om infecties te verminderen en resistentie tegen te gaan.