Home

Hypertrofie

Hypertrofie is de toename van de grootte van een orgaan of weefsel als gevolg van vergroting van de individuele cellen, in tegenstelling tot hyperplasie waarin het celaantal toeneemt. De term wordt op verschillende weefsels toegepast en kan fysiologisch of pathologisch zijn. Hypertrofie kan zich concentreren op een duidelijke toename van maat (bijvoorbeeld in spierweefsel) of gepaard gaan met veranderingen in structuur en functie van het betrokken weefsel.

Bij skeletspierhypertrofie ontstaat door regelmatige training een toename van myofibrillen en sarcomeren in de spiercellen, waardoor

Cardiale hypertrofie is een veelvoorkomende pathologische vorm, meestal als adaptieve reactie op chronische drukbelasting zoals hypertensie

Diagnostiek heeft vaak beeldvorming nodig, zoals echocardiografie of MRI, en histologie kan vergrote cardiomyocyten laten zien.

Behandeling en prognose hangen af van de onderliggende oorzaak. Fysiologische hypertrofie vereist meestal geen behandeling, terwijl

de
spiermassa
en
kracht
toenemen.
Dit
is
meestal
een
fysiologische
aanpassing
aan
verhoogde
belasting
en
gaat
gepaard
met
veranderde
eiwitsynthese
en
metabolische
aanpassingen.
Hypertrofie
kan
ook
voorkomen
als
reactie
op
disbalans
of
ziekten,
maar
dan
kan
het
functieverlies
of
pijn
veroorzaken.
of
aortaklepstenose.
De
linker
ventrikelwand
verdikt,
wat
de
ventrikelvulling
en
diastolische
functie
kan
beïnvloeden.
Daarnaast
bestaat
er
fysiologische
cardiale
hypertrofie
bij
sportbeoefening
(athlete’s
heart),
die
doorgaans
symmetrisch
en
reversibel
is
zonder
significante
diastolische
disfunctie.
Het
onderscheid
tussen
fysiologische
en
pathologische
hypertrofie
is
cruciaal,
omdat
pathologische
hypertrofie
kan
leiden
tot
hartritmestoornissen,
congestief
hartfalen
en
verhoogd
risico
op
complicaties.
pathologische
hypertrofie
gericht
is
op
het
verlichten
van
de
belasting
(bijvoorbeeld
bloeddrukreductie,
medicatie)
en
monitoring
van
complicaties.