Granulatieweefsel

Granulatieweefsel is nieuw gevormd bindweefsel dat ontstaat tijdens de proliferatiefase van wondgenezing. Het vult de wondbodem en verschijnt meestal enkele dagen na het letsel. Granulatieweefsel bestaat uit een netwerk van nieuw gevormde bloedvaten (angiogenese), fibroblasten die collageen en andere componenten van de extracellulaire matrix synthetiseren, en ontstekingscellen zoals macrofagen en lymfocyten. Het is doorgaans vochtig, roze tot rood en heeft een glanzende structuur; het is fragiel en kan snel beschadigen bij wrijving of infectie.

Tijdens de proliferatieve fase wordt granulatieweefsel ontwikkeld onder invloed van groeifactoren vanuit ontstekingscellen en cellen van het wondmilieu. Endotheelcellen vormen nieuwe capillairen, waardoor de wond beter doorbloed raakt en genezing kan plaatsvinden. Fibroblasten leggen collageen type III aan en bouwen daarmee een voorlopige extracellulaire matrix op. Na verloop van tijd vindt remodeling plaats, waarbij collageen type III wordt omgevormd tot type I en de sterkte van het litteken toeneemt. Epithelialisatie aan de rand van de wond werkt samen met het granulatieweefsel om de wond te sluiten.

Granulatieweefsel speelt een cruciale rol bij hydratatie, voeding en bescherming van cellen in de wond en levert groeifactoren die celgroei stimuleren. Bij normale genezing verdwijnt het granulatieweefsel geleidelijk door remodeling. Bij chronische wonden kan het onderontwikkeld of juist overvloedig zijn; exuberante granulatiewonden kunnen littekenvorming belemmeren en worden soms behandeld door debriedement, lokale antiseptica of aanvullende therapieën.