Composteeromstandigheden
Composteeromstandigheden verwijzen naar de milieu- en procescondities waaronder compostering plaatsvindt. Een goede afbraak van organisch materiaal vereist een uitgebalanceerde samenstelling van koolstof- en stikstofbronnen, voldoende zuurstof en vocht, en een temperatuur die de микrobiele activiteit ondersteunt.
Temperatuur speelt een centrale rol. Tijdens de mesofiele fase ligt de activiteit doorgaans bij circa 20-45
Vochtigheid is cruciaal; een vochtgehalte van ongeveer 40-60% (gewicht/gewicht) biedt optimale waterbeschikbaarheid voor micro-organismen. Te nat
Zuurstof en beluchting zijn nodig voor aerobe verwerking. Een goed doorlatende structuur en regelmatige beluchting (door
C/N-ratio, pH en minder herkenbaar factoren spelen ook een rol. Een ideaal koolstof-naar-stikstofverhouding ligt doorgaans tussen
Materialen en structuur beïnvloeden de condities. Groene fracties (groenafval, keukenresten) zijn stikstofrijker; bruine fracties (karton, stro)
Monitoring en beheer omvatten temperatuurmetingen, vochtcontroles, geur- en beluchtingsbeoordelingen, en tijdige aanpassing van menging en beluchting