stukloopt
Stukloopt is een Nederlands werkwoord (infinitief stuklopen) dat betekent dat een apparaat, systeem of proces tijdens gebruik plotseling defect raakt of niet meer functioneert. Het geeft doorgaans een plotselinge of volledige uitval aan, in tegenstelling tot een lichte of geleidelijke storing. In de tegenwoordige tijd wordt gezegd: het apparaat loopt stuk; de derde persoon enkelvoud is dus “loopt stuk.” De voltooide tijd wordt meestal uitgedrukt met: “is stukgelopen” of “heeft stukgelopen.”
Etymologie en vormen: stuklopen is samengesteld uit stuk en lopen, waarmee de betekenis van “uit elkaar lopen”
Gebruik en context: stuklopen wordt most used voor mechanische apparaten, voertuigen en elektronische systemen die plotseling
Zie ook: storing, uitval, defect, pech. Stuklopen geeft doorgaans éénmalige of plotselinge uitval aan, in tegenstelling